Het belang van ontgiften
Als ons lichaam in balans is dan heeft het geen probleem met een beetje verontreiniging. Het afweermechanisme kan hier gemakkelijk op in spelen. De lever is ons grootste ontgiftingsorgaan. Daarnaast spelen de darmen, nieren, longen en de huid ook een belangrijke rol met betrekking tot de uitscheiding van verontreinigingen. Het gaat echter problemen geven als de gifstoffen zich gaan opstapelen in het lichaam waardoor men klachten kan gaan ontwikkelen.
Belangrijke oorzaken van verontreiniging zijn toxische invloeden van buitenaf. Denk aan bestrijdingsmiddelen waaronder pesticiden, straling, vluchtige stoffen, medicamenten, zware metalen zoals kwik en lood. Maar ook ons (verkeerde) voedsel en door de productiemethoden. Veel van ons voedsel heeft al een of meer bewerkingen gehad alvorens wij deze consumeren. Veel voedsel bevat stoffen die er niet in thuis horen, zoals E-nummers en conserveermiddelen.
Al deze gifstoffen zorgen ervoor dat onze lever veel harder moet werken en overbelast kan raken. Daarnaast hebben vele stress door de manier van leven. Stress remt de ontgifting en heeft invloed op de darmen waardoor de ondersteunende werking van de darm en op de lever beïnvloed wordt.
De 2 belangrijkste functies van de lever zijn het verwerken van het opgenomen voedsel vanuit de darmen. De tweede functie is de verwerking van de afvalproducten van de celstofwisseling zowel de verwerking van giftige stoffen zoals zware metalen, medicatie en toevoegingsmiddelen etc.
Wanneer de lever deze gifstoffen niet snel genoeg kan afbreken gaan deze gifstoffen zich opstapelen in ons lichaam. Hierdoor kunnen er onder andere problemen ontstaan met ons hormoonstelsel, zenuwstelsel, immuunsysteem en maag-darmkanaal.
Fase van ontgifting
De lever kent 3 fasen van ontgifting. In fase 1 worden er door verschillende groepen enzymen toxinen afgebroken. Dit wordt het cytochroom P450-systeem genoemd. Er zijn meer dan vijftig soorten CYP-enzymen die deze gifstoffen transformeren. Dit gebeurd voornamelijk door CYP1, CYP2, CYP3 enzymen. Het cytochroom P450-systeem zorgt voor de verwijdering van onder andere pesticiden, zware metalen, vluchtige stoffen, alcohol, medicatie, hormonen etc.
Om deze enzymen te kunnen maken is men onder andere afhankelijk van mineralen die als cofactoren worden gebruikt. Enkele van deze essentiële mineralen zijn zink, koper, selenium, magnesium en mangaan. Ook vitamine D3 activeert het ontgiftingssysteem in de lever. Het verhoogt het P450-enzym CYP3A4 deze zorgt voor de afbraak van medicamenten onder andere paracetamol, valium, antibiotica en andere gifstoffen.
De omgezette gifstoffen in fase 1 zijn doorgaan nog giftiger dan de oorspronkelijke gifstof. De ontstane tussenproducten zijn wel al meer wateroplosbaar. Maar door de omzetting ontstaan er ook vrije radicalen die weefselschade kunnen veroorzaken. Hierdoor kunnen diverse klachten en beschadigingen ontstaan aan het hormoonstelsel, zenuwstelsel, immuunsysteem en vaatsysteem. Het is dan ook zeker aan te raden om goede voeding of supplementen te nemen die veel antioxidanten bevatten. Deze antioxidanten vangen deze radicalen weg waardoor er minder oxidatieve stress is wat ook weer het lichaam maar zeker ook de lever ten goede komt.
In fase 2 worden de gifstoffen nog meer wateroplosbaar gemaakt door enzymen. Deze stoffen worden hierna dan gebonden door reacties aan bepaalde stoffen zodat deze kunnen worden uitgescheiden. Men spreek van conjugatiereacties. De lever kent zes enzymsystemen om afvalstoffen af te breken. Enkele voorbeelden van deze reacties zijn methylering, glutathionconjugatie en sulfatie. Glutathion is een zeer belangrijke ontgifter voor onder andere zware metalen. Kwik, wat ook voorkomt in vaccines, staat er om bekend om de glutathionconjugatie te blokkeren. Het is zeer essentieel dat deze glutathionconjugatie optimaal verloopt.
Een blokkade van fase 2 leidt dit tot opstapeling van gifstoffen kankerverwekkende tussenproducten. Met als gevolg dat er onder andere problemen ontstaan met de galblaas en nieren. Het is belangrijk voor fase 2 om goede voedingstoffen al dan niet supplementen te nemen. Deze ondersteunen de lever hierin en zorgen voor een goed verloop van fase 2. Men moet onder andere voor voldoende zwavelhoudende aminozuren, vitaminen en mineralen zoals magnesium en Selenium zorgen.
In fase 3 worden deze stoffen getransporteerd en verwijderd door (transport)-eiwitten. Deze worden dan uitgescheiden via onze nieren naar urine en via de ontlasting in de darmen.
Het is daarom essentieel om te zorgen dat dit laatste goed kan gebeuren. In ons lichaam stapelen gifstoffen zich veel op in de winter. Deze stapelen zich voornamelijk op in ons vetweefsel, darmen, bloed en extracellulair vocht. Het is belangrijk om de darmen goed te reinigen zodat ook de gifstoffen in het bloed en in het extracellulair vocht worden verwijderd. Deze laatste twee kunnen enkel worden ontdaan van gifstoffen als de darm ook is gereinigd van gifstoffen.
Enkele symptomen die kunnen voorkomen bij een toxische overbelasting zijn constipatie, zwakke spijsvertering, diarree, verhoogde leverfunctie, leverpijn, hoofdpijn, depressie, angst, prikkelbaarheid, vermoeidheid, eczeem, bronchitis, hypertensie, stinkende urine, oedeem en hormonale stoornissen.
Detoxkuur
Van nature probeert ons lichaam in de lente zich te ontdoen van alle opgestapelde gifstoffen. Bij de meeste mensen verloopt dit proces normaal zonder dat men dit merkt. Maar er zijn mensen die hier weldegelijk last van kunnen hebben. Ze voelen zich vaak extreem moe, prikkelbaar hebben last van opvliegers en voelen zich futloos. Dit wordt ook wel lentemoeheid genoemd. De avondmensen kunnen hier meer last van hebben dan ochtendmensen omdat het ontgiften vele malen trager verloopt.
Het is zeker aan te raden om in de lente een detoxkuur te doen om zo het lichaam te helpen zich te ontdoen van alle opgestapelde gifstoffen. Om te beginnen moet men enkele dagen vasten om zo de darmen een herstart te geven. Hierna is het essentieel om ongezonde voeding te vermijden en enkel voeding te nemen van hoge kwaliteit. Daarnaast kan men supplementen nemen die stoffen bevatten die de lever, nieren en darmen ondersteunen. Ook aangeraden is om veel antioxidanten te nemen om de vrije radicalen, die ontstaan in fase 1, weg te vangen zodat er minder oxidatieve stress is. Deze komen veel voor in gekleurd fruit in de vorm van polyfenolen en flavonoïden maar ook vitaminen en mineralen dragen hierin bij.
Voorbeelden van goede voeding zijn peulvruchten, ui, zaden, kruisbloemigen, broccoli, spruiten en citrus. Men kan ook kruiden innemen zoals mariadistel, artisjok, paardenbloem, tarwegras, gerstegras, chlorella en brandnetel. Deze kruiden bevatten allerlei goede nutriënten zoals chlorofyl, flavonoïden, polyfenolen, vitaminen, mineralen etc. Ook moet men zorgen voor voldoende inname van zwavelhoudende aminozuren zoals glutathione, N-acetyl-cysteïne (NAC). Maar ook voldoende vitaminen zoals de B-vitaminen, vitamine C en vitamine D. Daarnaast mogen ook mineralen niet ontbreken zoals selenium.
Het allerbelangrijkste is ook te zorgen voor voldoende vochtinname om te zorgen dat deze afvalstoffen kunnen worden afgevoerd. Het is zeker aan te raden om 2-3 liter water per dag te drinken.